Als optometrist én productmanager bij Visser Contactlenzen is Rumeysa Tezgel dagelijks bezig met de nieuwste inzichten en oplossingen op het gebied van myopie. “Ik ben altijd al gefascineerd geweest door minsterkte”, vertelt ze. “Zelf heb ik min 4.5, mijn moeder zelfs min negen. Toen ik tijdens mijn opleiding ontdekte dat je de ontwikkeling van myopie kunt remmen, dacht ik meteen: dit is wat ik wil doen”.
Bij Visser Contactlenzen wordt myopiemanagement actief onder de aandacht gebracht, ook als het kind nog niet in de stoel zit. “We vragen onze lensdragers regelmatig of ze kinderen hebben. De kans dat hun kind ook myopie ontwikkelt, is bij één myope ouder twee keer groter en bij twee myope ouders zelfs vijf keer groter. Veel mensen weten niet dat je iets kunt doen om verergering van myopie te remmen. Dan geef ik een algemene folder mee met informatie over interventie, atropine, brillen en contactlenzen en adviseer ik ook gedragsmaatregelen, zoals de welbekende 20-20-2-regel”.
Deze aanpak is onderdeel van een breed preventiebeleid binnen Visser. “Zelfs als een kind nog geen minsterkte heeft, is het belangrijk om al bewust bezig te zijn met risicofactoren. Schermtijd, maar ook langdurig lezen, draagt bij aan myopie. Het gaat om nabijwerk, niet alleen om beeldschermen. Ook een boek is dichtbij”.
Een toenemend aantal ouders kiest voor contactlenzen voor hun kind. Volgens Rumeysa is therapietrouwheid een belangrijke reden. “Kinderen laten een bril sneller liggen of zetten ’m af tijdens het sporten. Lenzen blijven meestal gewoon in. En kinderen zijn vaak actiever dan volwassenen, dan is een bril minder praktisch”.
Vanaf acht jaar worden lenzen zonder tussenkomst van een orthoptist aangemeten. “Onder de acht doen we het alleen in samenspraak. De hygiëne is dan het belangrijkste. Ouders weten vaak goed of hun kind daar klaar voor is. Zelf bekijk ik bijvoorbeeld de lenshouders, want daaraan zie je veel over de verzorging. Elk kind is anders. Daarom zoeken we altijd samen met ouders naar de best passende oplossing, of het nu contactlenzen zijn, of een andere behandeling”.
Tijdens het OVN-congres in maart gaf Rumeysa een presentatie over optische interventies binnen het myopiemanagement. “Ik vertelde over zachte en harde lenzen zoals ortho-K lenzen, die je ’s nachts draagt. Die zorgen voor een ander brandpunt op het perifere netvlies, zodat het oog geen signaal krijgt om verder te groeien. Dat effect is een belangrijk mechanisme in het remmen van myopie”.
Om de voortgang objectief te volgen, gebruikt Rumeysa altijd de aslengtemeting. “Sterkte zegt niet alles. Je kunt min één hebben met een te lang oog. Daarom meten we standaard elke zes maanden de aslengte bij kinderen en plotten die op de Tideman-grafiek. Zo krijgen ouders ook visueel inzicht in het verloop. Dat zou ook mijn advies zijn aan opticiens: kijk niet alleen naar de sterkte. Want met alleen die informatie weet je eigenlijk nog niet wat er écht in het oog gebeurt”.
Wij brengen myopiemanagement actief onder de aandacht
Visser Contactlenzen werkt nauw samen met orthoptisten, bijvoorbeeld als een behandeling atropine vereist. “Wij overleggen regelmatig over de voortgang. Soms is een combinatie van lenzen en atropine nodig. We hebben korte lijntjes. Dat maakt het mogelijk om het behandelplan snel aan te passen als dat nodig is”.
Ook online probeert Visser zoveel mogelijk ouders te bereiken. “We hebben een speciale landingspagina voor myopie, met informatie, folders en een video waarin een moeder en kind hun ervaring delen. Alles om de bewustwording te vergroten”.
Tot slot doet Rumeysa een oproep aan collega’s in de oogzorg en optiek: “Vraag of iemand kinderen heeft. Of kleinkinderen. Veel mensen zijn zich namelijk niet bewust van de risico’s van myopie of de behandelmogelijkheden. Door het gesprek aan te gaan, kun je ouders en grootouders informeren en aanmoedigen om hun (klein)kinderen te laten testen. Juist omdat myopie vaak erfelijk is, kun je met een simpele vraag al preventief in actie komen”.
Tags: Visser Contactlenzen